LOF VAN DE HEER - ZIJN NAAM
0066
- Hoe lief’lijk klinkt toch Jezus’ naam
In ‘t oor van wie gelooft.
Het is de naam, die wonden heelt,
En vuur’ge pijlen dooft.
Refrein:
herhaal de laatste zin twee keer en
daarna de laatste twee zinnen één keer
- Hij is als balsem voor de geest,
En sterkte voor ‘t gemoed.
Hij is ‘t die rust aan moeden geeft,
En hong’rige harten voedt. - Die naam, de Rots waarop ik bouw,
Mijn Schuilplaats en mijn Schild,
Mijn Schatkist die met Zijn gena,
En deugden is gevuld. - O Hij, mijn Redder, Bruidegom,
Mijn Priester en Profeet.
Mijn Koning, Herder, Weg en Doel,
Hij, die mij leven geeft. - Het pogen van mijn hart blijft zwak,
En koud mijn warmste gloed.
Eerst als ‘k Hem zie zoals Hij is,
Zal ‘k zijn zoals Hij bedoelt.
Zoek op:
Terug naar Bijlage