CHRISTUS IS HET LEVEN

 

JEZUS ZEIDE TOT HEM: IK BEN DE WEG
EN DE WAARHEID EN HET LEVEN... (Joh. 14:6)

 

De Heer zei, dat Hij de weg en de waarheid is. Verder zei Hij, dat Hij het leven is. Al eerder hadden we samengevat, wat het betekent dat Christus de weg en de waarheid is. Nu zullen we iets zeggen over de Christus die ons leven is. Waar het leven is, daar zul je automatisch ook werken aantreffen. Maar werken kunnen het leven uiteraard niet vervangen. Het moet ons duidelijk zijn, dat werken niet hetzelfde zijn als het leven. Het leven vereist geen inspanning van onze zijde. Het leven is namelijk Christus Zelf. Heel veel mensen proberen uit alle macht en met alle beschikbare energie een christen te zijn. Dagelijks streven zij naar dit doel, totdat ze erbij neervallen. Voor hen staan de leerstellingen vast: we moeten nederig zijn, ootmoedig, liefdevol, vergevingsgezind, en volhardend. Deze leerstellingen zijn zonder meer zeer vermoeiend. Zij vinden het christen-zijn een zware taak. Dit is vooral het geval bij jonge christenen, die constateren, dat, hoe meer zij proberen, hoe moeilijker het wordt om een christen te zijn. Broeders en zusters, als Christus niet het leven zou zijn, dan zouden wij alles zelf moeten doen. Maar als Christus het leven is, dan hoeven wij helemaal niets te doen. Laat me het nog eens zeggen: het leven is Christus Zelf, en werken kunnen het leven nooit vervangen.

 

Het grootste misverstand onder Gods kinderen is de mening, dat onze eigen inspanning het leven is, en dat wij zonder onze eigen inspanning geen leven hebben. Maar wij moeten beseffen, dat, als het leven aanwezig is, al het werk overbodig wordt. Als het leven aanwezig is, zal er spontaan geleefd worden. Overweeg nu eens hoe het mogelijk is, dat je ogen kunnen zien en je oren kunnen horen. Je ogen zien en je oren horen automatisch, omdat zij het leven bezitten. Het leven werkt spontaan. Het moet ons inmiddels duidelijk zijn, dat, waar het leven is, werken spontaan aanwezig zijn. Maar desondanks kunnen werken het leven nooit vervangen. Sommige werken bewijzen zelfs, dat het leven afwezig is, of dat het in ieder geval een zwak leven is. Als er sprake is van het leven, dan zal dit zeker resulteren in een goede moraliteit. Maar een goede moraliteit kan het leven nooit vervangen. Stel nu eens, dat een zekere broeder zeer zachtaardig is; hij spreekt niet veel, en wanneer hij spreekt, spreekt hij niet te luid en niet te zacht. Sommige broeders menen, dat deze broeder 'een behoorlijk goed leven heeft. Maar deze broeders gebruiken in wezen de verkeerde woorden. De Here zei: 'Ik ben het leven. Deze broeder mag dan zachtaardig en stil zijn, zijn gedrag is desondanks niet het leven, tenzij het uit Christus Zelf voortvloeit. Je kunt hooguit zeggen, dat hij een goed humeur heeft, dat hij geen moeilijkheden veroorzaakt, dat hij beleefd is ten aanzien van anderen, of dat hij niet argumenteert en ruzie zoekt. Maar je kunt niet zeggen, dat deze man een goed leven leidt. Je kunt niet zeggen, dat hetgeen hij heeft uit Christus voortvloeit, omdat alles wat hij heeft natuurlijk is; wat hij heeft is niet het leven, het is niet Christus Zelf.

 

Sommige mensen houden er een andere voorstelling op na. Zij menen dat kracht het leven is, en dat de Heer hun leven is wanneer Hij hun kracht geeft om het goede te doen, om zich te gedragen, en om een goed christen te zijn. Zij denken dat dit het leven is. Maar God heeft ons laten zien, dat kracht niet een ding is. Onze kracht is Christus Zelf; het is een persoon. Onze kracht is niet een impuls om iets te volbrengen; onze kracht is een persoon. Ons leven is niet alleen een kracht, het is een persoon. Het is Christus, die in ons tot uitdrukking komt; het is niet wij, die Christus gebruiken, om onze eigen goedheid tot uitdrukking te brengen. Dit zijn twee heel verschillende dingen, en het is belangrijk, dat we het onderscheid duidelijk zien. Eens, bezocht een broeder een samenkomst in een bepaalde plaats. Een oudere christen vroeg hem, waarom hij juist die samenkomst bezocht. De broeder antwoordde: 'Omdat ik daar het leven ervaar. De oude man vroeg: 'Is onze samenkomst soms niet zo luidruchtig als die andere samenkomst?' De broeder antwoordde: `Nee, het is daar helemaal niet luidruchtig: De oude man zei: 'Wat bedoel je dan? Als het daar niet luidruchtig is, hoe kan er dan leven zijn?' De broeder antwoordde: 'Er is daar helemaal geen sprake van opgewondenheid, en toch is het leven aanwezig. Leven is niet opgewondenheid of emotionele stimulatie. Het leven is niet een warme atmosfeer of veel lawaai'. De oude man zei: 'Jonge mensen houden wellicht van opwinding, maar ik geef de voorkeur aan boodschappen met inhoud. Wanneer ik een goede boodschap hoor, ervaar ik het leven. Voor mij is dat het leven'. De jonge broeder antwoordde, ik heb die goede, diepzinnige boodschappen, waar jij het over hebt, ook gehoord. Maar ik heb daarin geen leven kunnen ontdekken’. Broeders en zusters, deze conversatie laat ons zien, dat het leven niet emotionele prikkelingen, goede gedachten, wijze woorden, logische woorden of diepzinnige woorden is. Al deze dingen zijn niet per se leven.

 

Sommigen zeggen dan misschien: 'Dat is vreemd. Als het leven dan niet opgewondenheid, of diepe boodschappen is, wat is het leven dan wel? Wat beschouw jij dan als leven?' We moeten toegeven, dat we het leven niet kunnen omschrijven met superieure woorden. We kunnen hooguit zeggen, dat er iets is, wat dieper is dan onze gevoelens en onze gedachten. Wanneer we dit beroeren, ervaren we een zekere verkwikking. Dit is het leven. Broeders en zusters, wat is het leven? Leven is iets wat dieper is dan onze gedachten; gedachten kunnen onmogelijk met het leven vergeleken worden. Wat is het leven? Het leven is iets wat dieper is dan ons gevoel; gevoelens kunnen ook niet met het leven vergeleken worden. Gedachten en gevoelens zijn uiterlijke dingen. Wat is het leven dan wel? De Heer zei: `Ik ben ... het leven’. Je ervaart geen leven wanneer je een kamer met opgewonden mensen binnenstapt, noch in een 'geestelijk geladen' atmosfeer. We moeten ons afvragen, wat de bron van een dergelijke atmosfeer is. De ervaring leert ons, dat, mensen die in staat zijn, om een luidruchtige atmosfeer te creëren, de Heer nauwelijks kennen. Mensen die gauw opgewonden raken, kennen de Heer ook nauwelijks. Alleen Christus is het leven, en niets anders.

 

We moeten het leven leren herkennen. Leven is niet een zaak van opgewondenheid, of van diepzinnige ideeën. Het leven is een uitdrukking van de Heer Zelf. We moeten de Heer leren kennen. Onze kennis van de Heer kan onmogelijk met andere dingen vergeleken worden. Wanneer we de Heer kennen, beroeren we het leven. Voor het aangezicht van de Heer, moeten we beseffen wat het betekent dat Christus het leven is. Degenen die snel opgewonden zijn, of die zo geleerd zijn, zijn niet per se degenen, die de Heer kennen. Neem nu een groep van mensen, die de Heer op een bijzondere wijze kennen. Hun geestelijke onderscheidingsvermogen, alsook hun kennis van de Heer, zullen hun vertellen, dat Christus het leven is. Met zo'n onderscheidingsvermogen en kennis zullen we niet dezelfde blijven. Als we weten, dat de Heer het leven is, zullen we beseffen, dat, ten aanzien van geestelijke zaken, natuurlijke energie volkomen waardeloos is. Als we de Heer als leven kennen, zullen we alleen op Hem zien. Toen we voor het eerst in de Heer geloofden, wisten we niet wat het betekende, om op Hem te zien. Maar nadat we enkele lessen hadden geleerd, begonnen we meer en meer op Hem te zien, omdat we beseften dat alles van Hem afhangt, en niet van ons. Toen we voor het eerst christenen werden, streefden we naar individuele doeleinden, en konden we de Heer niet vertrouwen. Maar nadat we enkele lessen hadden geleerd, begrepen we iets meer, en beseften we, dat we de Heer moesten leren vertrouwen. Op de Heer vertrouwen betekent niet, dat we Hem vertrouwen voor individuele aangelegenheden. Het betekent, dat we Hem vertrouwen voor dingen die wij uit eigen kracht onmogelijk kunnen doen. Toen we voor het eerst geloofden, dachten we dat we iets moesten doen, en dat, als we het niet zouden doen, alles ineen zou storten. We probeerden altijd alles zelf te doen. Maar toen we ontdekten, dat Christus ons leven is, beseften we dat alles van Hem afhangt, en niet van onze inspanningen. Zo leren wij te rusten, en alleen op Hem te vertrouwen.

 

Watchman Nee,

the Collected Works of Watchman Nee

 

Wilt u meer van deze bediening lezen, ga dan naar de boeken van: Watchman Nee of Witness Lee.

 

Bent u op zoek naar contact of heeft u vragen, ga dan naar onze Contact pagina.

 

Volgende / Vorige