DE BRON VAN INNERLIJKE TWEESTRIJD
Het goddelijke leven is absoluut en het zal niet rusten totdat het ons volledig beheerst. Zodra dit leven bij iemand binnenkomt, zal het hem bevrijden van zijn voormalige meester — de zonde — en hem tot volledige gehoorzaamheid aan de Heilige Geest brengen. De zonde is echter diep geworteld in de mens. Hoewel de wil van de mens werd vernieuwd door het wedergeboren leven, is hij niettemin verenigd met de zonde en het zelf en is hij bovendien nog steeds tot zonde geneigd. Om deze reden is er sprake van een groot conflict tussen het nieuwe leven en het vlees. En omdat er zoveel mensen zijn die dit conflict ervaren, zullen we daar nu extra aandacht aan besteden. Maar we moeten de lezers eraan herinneren dat een dergelijk langdurig conflict met de zonde (let wel, niet het zelf) en zulke nederlagen niet noodzakelijk zijn.
Het vlees wil absolute overheersing. Maar het geestelijke leven eist ook absolute overheersing. Het vlees verlangt van de mens dat hij hem eeuwig zal toebehoren, terwijl het geestelijke leven van de mens eist dat hij zich volkomen aan de Heilige Geest onderwerpt. Het vlees en het geestelijke leven zijn elkaars tegenpolen. De natuur van het vlees is de natuur van de eerste Adam, terwijl de natuur van het geestelijke leven de natuur van de laatste Adam is. De motieven van het vlees zijn aards, terwijl de bedoelingen van het geestelijke leven hemels zijn. Het vlees neemt zichzelf als middelpunt, terwijl het geestelijke leven Christus in alles als middelpunt neemt. Juist omdat ze zo verschillend zijn, is het onvermijdelijk dat de mens met het vlees in conflict komt. Het vlees brengt de mens ertoe om te zondigen, terwijl het geestelijke leven hem aanspoort om rechtvaardig te zijn. Onmiddellijk na zijn wedergeboorte ervaart de gelovige dat er een strijd in zijn binnenste woedt, omdat hij de volle behoudenis van Christus niet kent.
Een jonge gelovige is vaak verbijsterd over dit conflict in zijn binnenste; dientengevolge worden sommige van hen ontmoedigd. Zij menen dat zij te slecht zijn en dat het onmogelijk is om nog vooruitgang te boeken. Sommigen beginnen zelfs te twijfelen aan hun wedergeboorte. Wat zij echter niet weten is dat zij deze conflicten ervaren op basis van hun wedergeboorte. Oorspronkelijk heerste het vlees en ondervond zijn heerschappij helemaal geen tegenstand. En omdat hun geest dood was, bemerkten ze niet dat ze zondig waren, ondanks het feit dat zij voortdurend zondigden. Vervolgens kwam het nieuwe leven bij hen binnen met een hemelse natuur, een nieuw voornemen, nieuw licht, en een nieuwe wil. Zodra dit nieuwe licht bij de mens binnenkomt, worden alle laagheid en corruptie in de mens blootgesteld. Volgens het nieuwe voornemen zal de mens niet voor eeuwig in deze laagheid en corruptie willen blijven; dit nieuwe leven verlangt ernaar om volgens Gods wil te wandelen. Van nature vecht het vlees tegen het geestelijke leven. Dergelijke conflicten brengen de gelovige ertoe te denken dat er twee personen in hem leven, die elk zijn eigen mening heeft en die ernaar streven elkaar te verslaan. Als hij met het geestelijke leven samenwerkt om te overwinnen, ervaart hij grote vreugde. Maar als zijn vlees de overhand neemt, zal hij zich schuldig voelen. Dit soort ervaringen bewijst dat de persoon al wedergeboren is.
Watchman Nee
The Collected Works of Watchman Nee